De ontsluiting is de beginfase van de bevalling. Ontsluiten betekent: het opengaan van de baarmoedermond. Een bevalling kan op twee manieren beginnen: met weeën of met het breken van de vliezen. In de meeste gevallen begint een bevalling met weeën. Een wee is een samentrekking van je baarmoeder. In het begin van de bevalling merk je dat deze samentrekking kort duurt en er een lange pauze tussen zit, dit noemen we voorweeën. Voorweeën zorgen voor het zachter en korter worden van de baarmoedermond. Naar mate de tijd verstrekt, worden de weeën steeds krachtiger, frequenter en pijnlijker. Deze weeën zorgen vaak voor ontsluiting. Een goede wee duurt een minuut lang en komt iedere drie à vier minuten.
Wanneer de bevalling begint met het breken van de vliezen, merk je dat je af en toe vocht verliest. Soms zijn het kleine beetjes maar het kan ook een hele plons zijn. Vruchtwater is doorzichtig/licht roze en er kunnen soms witte vlokjes inzitten. Je kan vruchtwater herkennen aan een zoete geur. 70% van de vrouwen krijgt na het breken van de vliezen binnen 24 uur weeën.
Bij een eerste kindje duurt de ontsluiting gemiddeld 14 uur. Bij volgende kinderen gaat het vaak sneller. Het is bevorderlijk om tijdens de bevalling verschillende houdingen aan te nemen. We volgen jouw wensen en helpen met zoeken naar de juiste houding.
Tips voor het omgaan met de pijn:
– Probeer kort in te ademen en lang uit. Op deze manier ga je endorfines aanmaken die je helpen tijdens de bevalling. Endorfines zijn natuurlijke pijnstillers.
– Zorg voor een rustige, veilige omgeving en probeer zo ontspannen mogelijk te zijn. Stress en drukte kan de werking van endorfines tegengaan.
– Warmte kan de pijn verminderen. Soms is het lekker om een warme pittenzak of kruik te gebruiken maar je kan bijvoorbeeld ook gaan douchen of in bad.